Laden. Even geduld aub.

Telefoon0683775936EMAIL: linda [@] psychologievandaag.nlOPENINGSTIJDEN:Maandag-vrijdag 09:00-17:00
7-klein-1024x730.jpg

Het liedje “Come from the heart” van Susanna Clark en Richard Leigh is al dertig jaar oud, maar nog steeds is het refrein wereldberoemd: You’ve got to dance like nobody’s watching. It’s gotta come from the heart if you want it to work. In deze zinnen zit dan ook een flinke kern van waarheid: vrijuit dansen is een krachtige manier om – letterlijk – beter in je vel te komen zitten. Dit artikel legt uit waarom dat zo werkt en geeft tips over hoe je je eigen mini-danstherapie opzet. Of je nu een ervaren danser bent of er pas net mee begint.

Mechanisme: waarom werkt dansen?

Als je danst, gebeuren er veel dingen tegelijk. Ten eerste dans je meestal op muziek. Luisteren naar de juiste muziek kan al heel ontspannend en zelfs pijnverlichtend zijn. Ten tweede is het een actieve bezigheid: als je danst, ben je nieuwe dingen aan het leren over wat je lijf allemaal kan. Aangezien je niet actief en passief tegelijk kunt zijn, kan dit een uitstekende manier zijn om je depressieve (passieve) stemming te doorbreken. Verder vinden veel mensen dansen een leukere, vrolijkere bezigheid dan andere soorten lichamelijke oefening. En tot slot kun je er je gevoelens mee uiten (Strassel et al., 2011). Met al deze voordelen is het geen wonder dat er al sinds de jaren ’50 van de vorige eeuw een hele therapie omheen bestaat: danstherapie. Mensen doen dat meestal in een groep en hebben zo ook nog het sociale voordeel van dansen. Doel van de therapie is via dans gevoelens, gedrag en denkwijzen te verwerken, uit te werken en te onderzoeken. Deze nieuwe ervaringen kunnen in het lichaam beklijven en zo effect hebben op het dagelijks leven.

Zelfs zonder therapie en zonder groep is dansen echter effectief. Gewoon omdat het menselijk lichaam op die manier werkt en lichaam en geest met elkaar verbonden zijn. Alles wijst er dan ook op dat dansen de kwaliteit van het leven verhoogt, het zelfbeeld verbetert en gevoelens van angst en depressie laat afnemen (Koch et. al, 2014). Niet voor niets zie je mensen over de hele wereld al eeuwenlang dansen. Ergens weten we allemaal precies hoe het werkt.

Hoe pak je het aan?

Je kunt uiteraard een danstherapeut in je regio opzoeken of je aanmelden bij een dansschool. Kies in dat laatste geval een dansvorm die bij je past: moderne dans, jazz, ballet, zumba, aerobics, salsa, alles mag. Hoe beter de vorm je ligt, hoe gemakkelijker het vol te houden is. Dit soort “gewone” danslessen zijn niet therapeutisch bedoeld, maar het hierboven beschreven mechanisme gaat nog steeds op. Je zult er dus een positief effect op lichaam en geest mee kunnen behalen. Een extra voordeel is dat je er de deur voor uit moet en andere mensen tegenkomt.

Wil je liever zelf aan de slag? Volg dan de volgende tips:

  • Draag prettig zittende kleding waarin je goed kunt bewegen;
  • Kies een rustig moment waarop je huisgenoten niet thuis zijn;
  • Zorg voor voldoende ruimte, zet zo nodig wat meubels aan de kant. Je moet op zijn minst rond kunnen draaien met je armen uitgestrekt zonder ergens tegenaan te botsen;
  • Kies muziek waar je ontspannen van raakt of die je een goed gevoel geeft;
  • Beheers je al een dansvorm? Dan kun je die gebruiken;
  • Wil je eens experimenteren met een techniek uit de danstherapie? Ga dan in het midden van de door jou vrijgemaakte ruimte staan, met een rechte rug, je voeten op heupbreedte uit elkaar (dat betekent dat je er ongeveer de ruimte van een denkbeeldige voet tussen laat), je kin rechtop maar niet geheven (parallel aan de vloer), je armen langs je lichaam en je ogen gesloten;
  • Adem een paar keer rustig in en uit;
  • Richt je aandacht naar binnen en wacht totdat je een impuls voelt opkomen. Een impuls wil zeggen: de wens of drang om op een bepaalde manier te bewegen. Het maakt niet uit wat die beweging is, of hij groot of klein is, of je hem al kent of nog niet, volg hem gewoon. En daarna de volgende. Beweeg je op deze manier door de ruimte zonder richting of verwachting, puur op basis van wat je voelt;
  • Deze soort bewegingen wordt in de danstherapie “authentiek” genoemd (Adler, 2001): ze komen uit jezelf en zijn niet het resultaat van een beslissing die je met je hoofd genomen hebt. Dat verschil lijkt gemakkelijk maar kan best een uitdaging zijn. We zijn de hele dag immers zo druk met denken! Probeer maar eens of je kunt bewegen zonder daar zelf iets van te vinden;
  • Sta stil bij het bewegen en het bewogen worden;
  • Experimenteer eens met de volgende dingen:
    • met de muziek mee en “tegen de muziek in” bewegen;
    • bewegen met een gelijkmatige flow, oftewel een gelijkmatige spanning;
    • de spanning in je lichaam juist laten fluctueren en variëren, dus harde bewegingen afwisselen met zachte of neutrale;
    • grote bewegingen (zoals met je armen zwaaien) afwisselen met kleine bewegingen (bijvoorbeeld rustig met je hoofd draaien);
    • abrupt wisselen in spanning (intensief bewegen en plotseling bijna stilstaan) of spanning op- of afbouwen (je bewegingen langzaam groter of kleiner maken);
    • wisselen in het gewicht dat je bewegingen meegeeft, of de kracht die je erachter zet;
    • wisselen van dansrichting. Vergeet de vloer niet! Dansen hoeft niet alleen staand. Probeer maar eens op wat voor manieren je allemaal omhoog en omlaag (naar zitten of liggen) kunt komen. En spring!

Ervaar hoe al deze dingen voelen.
Dit zijn voorbeelden van wat in danstherapie wordt bedoeld met “attunement”, of “afstemming” (Amighi et al., 1999). Je kunt op deze manier door je bewegingen meer “in tune” komen met je eigen gevoelens;

  • Heupen en schouders zijn altijd een goed startpunt als je op zoek bent naar een ander soort beweging of als je wat meer ontspanning wil. Rol of draai ermee, maak ze los;
  • Je kunt stoppen wanneer de muziek is afgelopen of wanneer je zelf vindt dat het genoeg is. Adem een paar keer rustig in en uit en doe je ogen open.

Is dit voor jou allemaal wat te eigenaardig, of te veel naar binnen gericht? Je kunt altijd kiezen om meer de muziek te volgen (en minder je eigen ervaring), dansjes te doen die je kent uit videoclips of gewoon te dansen zoals je tijdens het uitgaan doet. Daar is helemaal niks mis mee. Maar wat je ook doet: beweeg je zo vrij mogelijk en denk niet aan wat anderen ervan kunnen vinden. Je doet het immers niet voor anderen, je doet het voor jezelf.

Bronnen:

Adler, J. (2002) Offering from the Conscious Body: The Discipline of Authentic Movement. Rochester: Inner Traditions.

Amighi, J. K., Loman, S., Lewis, P. and Sossin, K.M. (1999). The Meaning of Movement: Developmental and Clinical Perspectives of the Kestenberg Movement Profile. Gordon and Breach Publishers.

Koch, S., Kunz, T., Lykou, S., Cruz, R. (2014). Effects of dance movement therapy and dance on health-related psychological outcomes: A meta-analysis. The Arts in Psychotherapy. Volume 41, Issue 1, February 2014, Pages 46-64

Strassel, J.K.; Cherkin, D.C.; Steuten, L.; Sherman, K.J.; Vrijhoef, H.J. (2011). A systematic review of the evidence for the effectiveness of dance therapy. Alternative therapies in health and medicine. 17 (3): 50–9.


© Psychologie Vandaag, kenniscentrum en online therapie 2018. Alle rechten voorbehouden.